Oefen slim

Over slim oefenen ging het al even op de pagina over 'Ons Brein'. 

Slim oefenen betekent dat je op een goede manier aan de slag gaat met de juiste soort oefeningen.

Als je een moeilijke oefening moet maken waarvan je de leerstof nog niet echt onder de knie hebt kan je best eerst een uitgewerkt voorbeeld bestuderen.  Dat is een oefening waarin alle stappen helemaal zijn uitgewerkt en verklaard worden. Je moet dan geen geheugencapaciteit besteden aan het zoeken van de werkwijze. Je kan je geheugencapaciteit gebruiken om de werkwijze te begrijpen. Je kan jezelf waarom-vragen stellen (zie de fiche Herkneden door jezelf vragen te stellen) of je kan de verschillende stappen aan jezelf uitleggen (zie fiche Herkneden door uit te leggen). In de fiche hieronder staat helemaal uitgelegd hoe je studeert met een uitgewerkt voorbeeld. 

Je moet altijd eerst een aantal gelijkaardige oefeningen maken om je een werkwijze eigen te maken. Eigen maken wil zeggen dat je kan uitleggen welke stappen er worden gezet en waarom deze worden gezet of welke regels worden toegepast. Je moet dus begrijpen wat je aan het doen bent en waarom je het zo doet. Dit is gegroepeerd oefenen.

Je moet bijvoorbeeld eerst een aantal oefeningen maken op de Imparfait in het Frans, om je deze tijd eigen te maken. Eens je weet hoe de Imparfait werkt heeft het weinig zin om nog 100 gelijkaardige oefeningen na elkaar te maken. Dan kan je beter gaan afwisselen. Interleaving noemt men dat. Je maak dan bijvoorbeeld oefeningen op de Imparfait, de Passé Composé en de Présent, door elkaar. Het grote voordeel van afwisselen is dat je twee keer je brein aan het werk moet zetten. Eerst moet je bepalen welke tijd je moet gebruiken en dan moet je de juiste regels oproepen en toepassen.

Uit onderzoek is gebleken dat op korte termijn (1 dag) leerlingen die gespreid oefenen meer onthouden en dus beter presteren. Op langere termijn (30 dagen) is het verschil tussen de 'spreiders' en de 'groepeerders' nog veel groter, in het voordeel van de 'spreiders'. 

Je kan deze strategie niet voor alle leerstof inzetten. Het moet gaan om gelijkaardige oefeningen én leerstof van hetzelfde vak.